Als kleuter is mij geweld aangedaan,
Compleet zonder dat ik dit wist,
Ik trachtte lang overeind te staan,
Maar blijkbaar heb ik om de pot gepist.
Mijn pa, psychisch zelf zwaar toegetakeld,
Zocht troost in ‘n vaak erg nare dronk,
Zijn verleden werd dikwijls opgerakeld,
En zijn harde stem? Die klonk.
Met drank op kon hij ècht praten,
Anders was ie vrijwel niet te storen,
Want ik kreeg zeer rap in de gaten,
Dat hij heel veel dingen niet wilde horen.
Er bestond geen ruimte voor eigen input,
Mijn ei kon ik eig’lijk niet bij hem kwijt,
“Hoe was het op school, goed? Mooi: goed.”
Verder maakte hij voor echt gevoel geen tijd.
Ik moest eens wagen om iets te luid te zijn,
Proberen om mezelf te ontplooien,
Dan kwam ik hem tegen en dat was nooit fijn,
In huize Herz kon ik nooit gewoon aanklooien.
Ook richting ma mocht ik niet emotioneel zijn,
Een grote mond of boosheid tolereerde hij niet,
“Dat doe je maar bij je vriendjes” was het agressief refrein,
In een lied, nooit eindigend, als song on repeat.
Lang heb ik gedacht dat het bij schreeuwen bleef,
Dat het niet kwam tot handgemeen.
Toch ging hij bij mij meermaals over die schreef,
Recente kennis klaarde dat op, meteen.
Op een ochtend zat ik onschuldig te spelen,
En heeft hij, in geïrriteerde kater,
Aan vierjarige mij rake klappen uit lopen delen,
En me opgezadeld met trauma’s voor later.
Het ergste nog, hij sloeg met een riem,
Ma heeft het inmiddels erkend,
Ze ontdekte die middag op m’n been de striem,
Achtergelaten door haar vent.
Ik vertelde haar toen: ja, dat kwam door de riem!
Maar vervolgens heeft mijn (en ma’s) geest,
Die herinnering weggestopt, als beschamend intiem,
Aan ‘t geweld van mijn vader, een gewond beest.
Een latere aanvaring, ‘k lag te keten in bed,
Blijkbaar gaf ik hem teveel negatief voer,
Pijn op de billen nam de plaats in van pret,
Omdat-ie de vliegenmepper pakte, zo stoer.
Toen hij naar boven rende en de mepper ging heffen,
Heb ik letterlijk naar hem mijn spijt gegild.
‘Dat had je maar eerder moeten beseffen’
Riep hij, mij achterlatend, roodbebild…
Wat geweld doet met een lief, jong kind,
Dat heb ik pas recentelijk doorgehad,
Gevoelens onderdrukken maakt je niet bemind,
En nu, opnieuw leren voelen… hoedoedegedat?